Verzetsgroep Westland – van de Weerd

pakhuis ‘America’

Al vrij snel in de Duitse bezettingsjaren ontstond de verzetsgroep Westland- van de Weerd. In eerste instantie hield men zich vooral bezig met het laten onderduiken van joden en andere vervolgden.

De broers Westland kenden in Amsterdam veel joodse mensen uit de film- en bioscoopwereld. Deze mensen werden opgehaald in Amsterdam en ondergebracht in ‘Het Oranjehotel’ aan de Hoogstraat en in de pakhuizen aan de Kasteelsegang.
H.A. (Joost) Jacobs had onderduikers ondergebracht in het naast zijn woning gelegen pakhuis ‘America’. Gerrit Nijenes verborg de joodse onderduikers in zijn woning aan de Dijkstraat. Vanuit deze adressen werden ze naar de diverse onderduikadressen gebracht, meestal door Joost Jacobs, Gerrit Nijenes en Arris van der Klift. Er was een groot netwerk zowel in Wageningen als in de omliggende gemeenten. Vele Wageningers o.a. Kees Mulder en Dien Veenendaal- Meurs waren betrokken bij deze verzetsgroep. Aan de zijlijn opereerde Cees Plomp hoofd van de Buurtse school, actief in het zoeken van schuilplaatsen voor de gezochten, bij hem thuis was o.a. de historicus Jacques Presser ondergedoken.

Hubertus Antonius Jacobs werd gezocht en dook in de zomer van 1942 onder. Zijn vrouw en vijf zonen werden daarop in gijzeling genomen door de Duitsers en opgesloten in de Koepelgevangenis in Arnhem. Na de arrestatie van Jacobs in augustus 1942 werden zij vrijgelaten. Jacobs kwam via de kampen Vught, Dachau terecht in Bergen Belsen waar hij op 9 januari 1945 overleed. Eveneens in augustus 1942 werd Hendrik Jan Nieuwenhuis opgepakt, via kamp Vught en Sachsenhausen kwam hij terecht in kamp Leonberg, een buitenkamp van Natzweiler waar hij op 10 februari 1945 overleed.

Eind 1942 hadden Gert en Toos van de Weerd joodse onderduikers in hun bovenwoning aan de Hoogstraat. Deze woning met teveel ramen was totaal ongeschikt om onderduikers te verbergen en ze werden na een aantal weken ondergebracht bij een werknemer van Van de Weerd aan de Diedenweg. Gert van de Weerd en de verzetsgroep waren tot september 1944 continu in de weer om de onderduikers van bonkaarten, voedsel en nieuwe onderduikadressen te voorzien.

De joodse familie Polak werd in 1942 door Cornelis Westland aangespoord onder te duiken. Bert Polak heeft hierover in zijn verhaal over zijn onderduikperiode geschreven. In 1943 kwam Bert na wat omzwervingen via Chris van de Weerd in de Stationsstraat terecht bij Willem Roskam aan de Haagsteeg Daarvoor had de joodse onderduiker Meijer Wolder op 14 februari 1943 zelfmoord gepleegd in de woning van Roskam aan de Haagsteeg, deze zelfmoord legde een grote druk op deze groep. Hij werd door Willem en Cornelis Westland, Pieter Toxopeus en Jan Willem Bezemer later op de avond vervoerd naar de sigarenfabriek van Baars in de Nude en achter de fabriek begraven.
De inval bij de familie Roskam aan de Haagsteeg op 21 september 1943, waar joden ondergedoken en opgepakt werden, was de reden dat Willem Roskam zelf moest onderduiken. Roskam was een actief lid van deze verzetsgroep evenals Herman Roelofsen zijn buurman, werkzaam op het Scheepsbouwkundigproefstation. Bert Polak werd niet opgepakt en werd door het verzet ondergebracht bij Roelof Verschuur, de vader van Carel.

Herman Roelofsen en zijn vrouw Anna Elisabeth Eimers hadden, voor een korte periode, onderdak geboden aan vier Joodse onderduikers. In dit gezin was de schout-bij-nacht D.C.M.Hetterschij ondergedoken. Door de kinderen werd hij oom Jan genoemd.

Op 9 maart 1943 vond er een aanslag plaats op de commissaris van politie Versteeg door drie Renkumse inwoners. Willem Westland en Carel Verschuur werden verdacht van betrokkenheid en gezocht door de SD. Willem, Cornelis en Jacobus Westland en Ray Westland- Krasner verdwenen, Carel Verschuur dook onder in de Achterhoek. Cees Westland was ondergedoken bij zijn broer in Veenendaal. Willem en Co Westland werden bij toeval op 25 mei 1944 gearresteerd in Slochteren en Carel Verschuur werd door verraad gearresteerd. Zij werden op 6 juni 1944 in de duinen van Bloemendaal gefusilleerd.

Ten tijde van de april – mei stakingen werden diverse mensen opgepakt en naar kamp Vught overgebracht. Op 5 mei 1943 werd een groep van zes verzetsmensen gearresteerd, waarschijnlijk door verraad. Een andere versie is dat zij werden opgepakt in verband met de stakingen. Van deze groep kwamen Johannes Post en Gabriël Smit om in kampen

Actief in het verzet, zowel in Wageningen als later in Veenendaal was de Joodse musicus Nathan (Nico) Stranders. Nico werd in de laatste maanden van de bezetting opgepakt en belandde in kamp Amersfoort. Daar werd hij op 8 maart 1945 gefusilleerd.

In de avond en nacht van 15 op 16 september werden er overal in Wageningen razzia’s gehouden, er waren gravers nodig voor de stellingen in Zevenaar, die avond en nacht werden huis aan huis de persoonsbewijzen van de mannen ingenomen. Een groot deel was tevoren gewaarschuwd door de ‘goede’ politiemannen en hadden tijdig Wageningen verlaten. Gert van de Weerd, Johan van de Peppel en Lammert Ledoux vertoefden ‘op het bos’. Geurt Ansink was daar al hij was sinds 1942 ondergedoken in de schuilkelder van Van de Weerd sr. Deze schuilkelder was in 1942 gegraven in de buurt van de woning van Van de Weerd op ’t bos” aan de Franschekampweg.
Voor de luchtlandingen van 17 september werd er gebombardeerd door de geallieerden in o.a. Wageningen, Ede, Wolfheze en Arnhem, hierbij zijn vele burgerslachtoffers gevallen.
De drie jonge kinderen van de verzetsman Jan Versteeg kwamen om bij het bombardement op de Sahara in Wageningen. Ook de dochter van Dien Veenendaal-Meurs behoorde tot de slachtoffers.

Ook tijdens de luchtlandingen van september 1944 was de verzetsgroep zeer actief.
Al voor de luchtlandingen waren Jacob Post( een Wageninger) en Jan Schiedam vanuit Amsterdam gekomen en hielden zich op in de omgeving van Wageningen. Willem Roskam kwam ook te voorschijn uit zijn onderduik en was weer ‘gewoon’ thuis.
In de namiddag van 17 september vertrokken Gert van de Weerd, Jacob Post, Geurt Ansink en Jan Schiedam vanaf de Franschekampweg om zich aan te sluiten bij de Britse troepen nabij Heelsum. Gert en Jacob waren ’s avonds weer terug. Geurt en Jan zijn niet meer terug geweest. Pas in augustus 1945 werd bekend dat zij in Wolfheze waren doodgeschoten.
Gert en Jacob vertrokken op maandag 18 september op de fiets naar Wageningen.
Niet ver van de Franschekampweg werden zij ingesloten door Duitse patrouilles en na een hevig vuurgevecht gevangen genomen en opgesloten in de kas van Ansink aan de Keijenbergscheweg. In de loop van de dag werden zij overgebracht naar Wageningen en per open vrachtauto via de Hoogstraat en de Rijksstraatweg vervoerd naar de Watertoren waar zij werden gefusilleerd.
In 1954, bij de aanleg van een weg achter de watertoren werden hun lichamen gevonden.
Gerrit van de Weerd en Jacob Post werden op 26 juni 1954 herbegraven op de Algemene begraafplaats in Wageningen. Jacob bij zijn vader, Johannes Post, die omkwam in het buitenkamp van Neuengamme, Hamburg, Hammerbrook Spaldingstrasse op 28 december 1944, Johannes werd herbegraven in Wageningen op 24 oktober 1951.

Op maandag 18 september 1944 stortten twee Dakota’s met parachutisten neer in het Binnenveld, het buitengebied tussen Wageningen, Rhenen en Bennekom. De overlevenden van de bemanningen van beide vliegtuigen, onder leiding van Capt.Frank King ( de latere generaal Sir Frank King) en sergeant-majoor George Gatland werden op 19 september door Lambert (Fief) Ledoux door de Duitse linies naar de Ginkelse Hei gebracht. Lambert werd aan het einde van deze actie gearresteerd door de Duitsers maar wist tijdens het transport naar een wachtpost, in het aardedonker, te ontvluchten. Hij vluchtte daarop naar de Franschekampweg.
Het huis van Gerrit van de Weerd sr. werd een toevluchtsoord voor de gezochten en evacués uit Wageningen, baby’s werden er geboren. De Duitsers vorderden een gedeelte van het huis en de bewoners verbleven in de kelders, men was zelfvoorzienend. Deze situatie duurde tot 28 oktober 1944, toen werd iedereen alsnog gesommeerd het huis te verlaten. Dertig personen, inclusief baby’s en honden vertrokken toen naar Ede, waar de groep uit elkaar viel.


Bronnen

C.M. de Beus
G. van de Weerd
H.C. Wildeman-van Schijndel
J.M. Doorman
Mw. van Maurik-Roelofsen
Stadsarchief Amsterdam
Gemeentearchief Wageningen

Plaats een reactie